
Ik moest aan mijn ouwe rij-instructeur denken toen ik las over de commotie die ontstaan is door het voornemen van het Alblasserdamse bedrijf Nedstaal om licht asbesthoudend staalschroot te gaan verwerken. En natuurlijk begrijp ik dat Nedstaal zoekt naar wegen om het, wat grieperge bedrijf, een gezonde toekomst te verschaffen. Nedstaal ‘wappert’ met onderzoeksresultaten die aangeven dat de risico’s voor de volksgezondheid nihil zijn, maar, héél gek, mijn gevoel zegt toch… niet doen. Waarom niet? Omdat nihil niet nul is, omdat eventuele procesfouten niet zijn uit te sluiten, omdat ongelukken (zie Kijfhoek, zie Moerdijk) ‘zomaar’ kunnen gebeuren, omdat Alblasserdam in een van de drukst bevolkte gebieden van Europa ligt en, wat mij betreft het allerbelangrijkste, omdat de meeste inwoners van Alblasserdam het gewoonweg niet willen. Hun gevoel is, wat mij betreft, veel doorslaggevender dan welke ‘rede’ en dan welk onderzoek dan ook. Dat gevoel heeft alles te maken met de risico’s die de onzichtbare sluipmoordenaar asbest met zich meebrengt. Met die sluipmoordenaar zijn we allemaal, direct of indirect, wel eens geconfronteerd. In Alblasserdam heerst angst… er is twijfel. Niet inhalen dus.