In een tentje aan de Papendrechtse straat, vlakbij die Ark, ligt een ongeneselijk zieke oude man te sterven. Voor het raam van een half afgebroken pand daarachter springt een geestesgestoorde jongen als een dolle op en neer en vanuit een caravan even verderop klinkt een jammerlijk gebrul. Ik ben hierheen gewandeld naar aanleiding van een brief die het Platform dak- en thuislozen, begin oktober aan de gemeente en de media stuurde, maar ik had nooit verwacht dat de nood in dit stukje Staart zó hoog zou zijn. Ik had mijn hond meegenomen, maar wat een alledaagse ‘uitje’ met Blafmans moest worden werd een namiddagse nachtmerrie. Nou ja, met één verschil dan… ik ben klaarwakker en wat ik waarneem is keiharde realiteit.
In dit zijstraatje van de Merwedestraat is een soort mini-vrijstaat ontstaan, bevolkt door mensen die, om wat voor reden dan ook, tussen wal en schip zijn geraakt. Ooit moet hier die prestigieuze nieuwe wijk Stadswerven verrijzen en dus worden de pandjes die nu nog overeind staan op een dag gesloopt. Maar met die wijk wil het maar niet vlotten en in de tussentijd zijn diverse mensen zich hier gaan vestigen… nee, niet alleen mensen met psychiatrische problemen, maar ook krakers en onbestendige fortuinzoekers. Er wonen zelfs nog wat mensen die deze trieste pandjes nog officieel huren. Voor die laatste groep lonkt half november een andere huurwoning elders in de stad en met die krakers heb ik ook niet echt medelijden, want zij vinden vast wel weer ergens een nieuw ‘buitenkansje.’ Nee, ik maak me zorgen over die mensen in die tenten, in die caravans en in die onbewoonbaar verklaarde, soms zelfs al deels gesloopte huisjes. Zij hebben geen water, geen licht en geen verwarming en de thermometer gaat met de week een graadje verder omlaag.
De doodzieke man in dat tentje wil met niemand praten… ‘zorgmijder’, noemen ze zo iemand in officiële rapporten. Wie tóch probeert contact te leggen wordt getrakteerd op gevloek en geschreeuw. Uit het tentje komt zachte muziek… het is een triest deuntje dat ik al uren niet meer uit mijn hoofd krijg.
Dit is op Jusd herblogd.