FC Dordrecht naar de eredivisie. Kan dat wel met dit stadion? Heeft de club daar wat te zoeken? Is het hooguit voor één seizoen en dan hup, weer héél lang, terug naar die verdomde Jupiler League? Ongetwijfeld gaan die vragen bij de firma’s Derksen en Van Gelder straks volop over tafel, maar eerlijk gezegd heb ik daar even helemaal geen zin in. Ik wil nu niet kritisch of ‘ontnuchterend’ zijn, maar gewoon trots, want ‘we’ staan al ruim een half seizoen bovenaan en het begint er nu toch echt op te lijken dat de lokale FC zich daadwerkelijk de eredivisie gaat binnen knokken. Na het afgelopen weekend durf ik daar toch écht wel in te geloven, want er wordt bij tijd en wijle gewoon uitstekend gevoetbald ‘aan de dijk’ en ook de concurrentie werkt mee door op cruciale momenten punten te laten liggen. Wat er bij FC Dordrecht gebeurt is héél bijzonder en dat komt volgens mij omdat daar momenteel op de een of andere manier alles klopt: bestuurlijke rust, een uitstekende technisch manager (clubicoon Marco Boogers) die met een zeer bescheiden budget, uit alle hoeken en gaten, de juiste puzzelstukjes (lees talentvolle spelers) tevoorschijn tovert en een ervaren en intelligente trainer (Harry van den Ham) die met die puzzelstukjes het best haalbare plaatje op de mat weet neer te leggen. Mocht FC Dordrecht er in slagen om volgend seizoen in de hoogste divisie te spelen dan is dat een prestatie van wereldformaat. Waarom? Omdat de club geen echte suikeroom heeft (ik heb er nog nooit een Rus of oliesjeik zien rondlopen) dus áls het lukt dan is dat puur op eigen kracht gegaan en zonder de hulp van een ‘money train’. De ingrediënten van het succes (ook al zou het tóch nog net mis gaan is en blijft dit gewoon een succesvol seizen) heten slimheid, geduld en werklust. O ja… er is nóg een ‘ingrediënt’ en dat is wilskracht. U mag me voor gek verklaren, maar ik heb het gevoel dat de ‘fighting spirit’ van de in februari vorig jaar overleden trainer Theo Bos nog altijd rondwaart aan de Krommedijk.