Als je ergens aan begint moet je het natuurlijk ook afmaken en dus ben ik u nog de einduitslag verschuldigd van mijn persoonlijke website-klassement van politieke partijen in Dordrecht. Ik begon al een week of wat geleden met dit ‘vergelijkend warenonderzoek’, maar omdat het vandaag de dag van de gemeenteraadsverkiezingen is, moet ik er nu toch écht een punt aan breien. Ja, ik weet het, die websites bestaan morgen ook nog, maar ze zullen geleidelijk aan een wat minder op de verkiezingen toegespitst karakter krijgen. In vogelvlucht dus maar die websites die nog niet aan bod kwamen. De site van GroenLinks is helder en overzichtelijk, maar ook een beetje te zakelijk en daardoor wat afstandelijk en onpersoonlijk. Dat is jammer, want er zitten lokaal gezien juist zoveel persoonlijkheden (écht leuke mensen) in deze partij die zich op deze website te bescheiden laten zien. Bij de ChristenUnie/SGP hebben ze dat beter begrepen: hun site is relatief eenvoudig, zeer overzichtelijk, maar vooral ook mooi en de mensen van die partij weten zich op zeer persoonlijke wijze te presenteren. Echt een toppertje. De SP heeft een website die, qua inhoud en vormgeving (nét als de VVD) erg zit ‘opgesloten’ in het landelijke format. Dat is op zich niet lelijk, maar komt daardoor wat al te afstandelijk over. WEK Dordrecht, tot slot, heeft eigenlijk best wel een aardige website, die er gevarieerd en uitnodigend uitziet, al valt het op dat deze partij, in opbouw en vormgeving, het kunstje wel heel erg van Beter voor Dordt heeft afgekeken. Ook bleken, zo kwam vorige maand aan het licht, veel standpunten op deze site glashard gekopieerd te zijn van andere partijen en hoewel dat boerenbedrog inmiddels is rechtgezet blijft mijn wantrouwen toch de overhand houden. Ik ga deze partij (en haar website) dan ook pas serieus beoordelen als WEK op eigen kracht in de raad weet terug te keren.
De einduitslag:
1. D66 (8.5)
2. ChristenUnie/SGP (8+)
3. PvdA en BVD (allebei een 8, dus een gedeelde derde plaats)
4. CDA (7.5),
5. VVD (7)
6. GroenLinks (6.5),
7. SP (6)
8. VSP (5)
Het onderwijs staat er om bekend heel veel in cijfers uit te drukken. Rapportcijfers, proefwerken, toetsen, examens. En cijfers bepalen wat je waard bent; je kan op 0,1 punt kan zakken of slagen. Er zijn ook nog Citotoetsen waar je score zelfs bepaalt naar welke school voor voortgezet onderwijs je zou kunnen. We kennen dit allemaal. Sommigen hebben er een cijfertrauma aan over gehouden, anderen hebben hun schoolrapporten nog allemaal bewaard en vertellen hun kleinkinderen dat ze zo goed waren in taal destijds. ‘Ik had er een 9 voor’, zei oma. Ik merk de laatste tijd dat veel meer instanties gaan cijferen, toetsen en testen. We willen alles uitdrukken in cijfers: die oliebol van Ron heeft weer een 9 (goed gevuld), die haring van Kees een 2 (economisch delict). Een ziekenhuis krijgt een 10. Ja, zelfs politieke verkiezingsprogramma’s op websites krijgen een cijfer. Kees Thies heeft cijfertjes uitgedeeld. BVD een 8. Alleen het tientje van oma, dat kan Kees helaas niet uitdelen als beloning voor de inzet. En, voor extra stemmen in de stembus kan hij ook niet zorgen. En ze waren niet de beste. The winner is D66. Maar toch, ’Goed gedaan jochie’, zouden in Utrecht zeggen.
Cijfers hebben een motiverende werking en een demotiverende werking. Het geeft een waardering, een goed gevoel meestal. Zeker als je er nog een beloning voor krijgt. Niemand vraagt aan een leraar hoe iemand aan een 9 of 10 is gekomen, maar een 4? O wee, als je een 4 krijgt. Rode koppen, stoom uit de oren, geniepige tweets. Zo van: dat kan niet, ik ben het er niet mee eens (netjes) tot ‘vent krijg de kolXXX. met je fucXXXX-test’ (grof) En, daar begint het probleem. Hoe kom ik aan een 4?
Ja, leg dat maar eens uit. Er zijn een paar mogelijkheden. Of een vakman, een ervaringsdeskundige, beoordeelt op basis van zijn vakkennis. Of er worden in laboratoria testjes gedaan, of er zijn harde criteria waarlangs we meten en beoordelen. Kijk, Kees is zo’n vakman, hij staat bekend als de politieke barometer van Dordt. En, dat helpt, zijn beoordeling wordt als waar en objectief geaccepteerd. Een Citotoets meet en beoordeelt op basis van harde criteria en er is vooraf een aantal vragen bedacht en ook een antwoordenmodel. Daar kan je niet om heen. Waar en objectief.
Goed voorbeeld doet goed volgen dacht ik. Leuk voor de politiek. Dus ik bedacht geen politieke verkiezingsprogrammatest, geen politieke haringtest of oliebollentest, maar een politieke onderwijsprogrammatest.
Niet uit een laboratorium, en niet alleen op basis van de vakkennis van een ervaringsdeskundige alleen, maar ook aan de hand van objectieve criteria: hoe meer er over verschillende typen onderwijs geschreven wordt, hoe meer er over missie (waar staan we voor?), visie (wat willen we bereiken?) en aanpak (wat willen we er voor doen?) in een onderling verband wordt gemeld en hoe helderder de onderwijsparagraaf is beschreven, des te hoger de beoordeling. Waarom deed ik dat? Simpel, door aan het onderwijs in Dordrecht die beoordeling te laten zien, wordt er enerzijds aan de politiek een signaal afgegeven heel veel aandacht aan het onderwijs te blijven besteden, anderzijds biedt het onderwijs de kans om met de politiek in gesprek te gaan over hoe de politiek het onderwijs kan helpen verbeteren: een win-winsituatie zou je zeggen.
Ik wou dat ik er nooit aan begonnen was. Waar en objectief is geen graadmeter in de politiek. Ik dacht teveel als onderwijsman, te weinig als politicus. Al toets je objectief, het gevoel van een mindere beoordeling ten opzichte van collega-politieke fracties bij een vergelijking onderling, kan ik niet wegnemen. Het is en blijft een rangorde, de een is nu eenmaal beter dan de ander. Ik had anders moeten aanpakken. Ik deel daarom in het vervolg geen cijfers meer uit, ik zeg gewoon in het juryrapport, dat er geen winnaars zijn. Als ik dan toch een cijfer moet geven, krijgt iedereen een 10. Of, ik geef een cijfer onder couvert af, zodat niemand kan vergelijken wat er gepresteerd is en kan zeggen dat hij beter is dan ik. Dus mij zal je in deze column geen cijfers van die test horen noemen. Geen 8, of een 4 voor BVD. Politici zijn slechte verliezers immers. Een beoordeling van die programma’s is er natuurlijk wel. Als je de test en je eigen score hebt gezien en je wilt als politiek cijfers uitwisselen, organiseer dan zelf maar je eigen kwartettoernooi.
Ter overpeinzing: ik bedenk nu ineens, dat deze cijferloze beoordeling in het onderwijs voor leerlingen op school ook beter zou zijn, iedereen gelijk, geen kwaaie koppen of ouders die bellen………. weg met de cijfers, allemaal over naar de volgende klas, iedereen geslaagd. Ideaal toch?