‘Nee, we doen gewoon ons werk hoor. Wij offeren ons voor dag en dauw op om de wereld te behoeden voor overlast veroorzakende ganzen, hertjes, haasjes en konijntjes. Echt, we schieten met enorme tegenzin, maar ja, we hebben nu eenmaal geen keus.’ Ik geef het maar direct toe, bovenstaande zin heb ik zelf verzonnen, maar hij zou in een folder van een jagersclubje (tegenwoordig profileren ze zich als ‘faunabeheerder’) zeker niet misstaan.
Ik ben er van overtuigd dat menig jager in Zuid-Holland ongemerkt een vreugdekreetje liet ontsnappen bij het lezen van het nieuws over dat mislukte ‘ganzenakkoord? ,,Hé Truus, heb je dat gelezen? Het ganzenakkoord is mislukt. Tja, nou moet ik wel aan de slag. Waar ligt m’n hoedje met die veertjes er op?’
Nee, het woord ganzenakkoord heb ik niet zelf verzonnen, want het bestaat, hoe droevig ook, echt in dit doorgeorganiseerde regellandje. Met ganzenakkoord wordt namelijk het overleg bedoeld tussen de Nederlandse provincie en een aantal landbouworganisaties over het beheer van ganzen in Nederland. Daar zijn er kennelijk te veel van en het schijnt dat deze vogels nu te veel schade toebrengen aan landbouw en natuur. De ganzenpopulatie groeit al jaren gestaag omdat ze in de zomer niet meer wegtrekken, maar in Nederland blijven broeden. Als er nu niets aan wordt gedaan, dan blijft de schade toenemen. En weet u wiens schuld dat is? Onze eigen schuld, want met het inrichten van natuurgebieden in deze provincie zijn we kennelijk nogal doorgeschoten en dus blijven de ganzen maar al te graag in voedselrijk Zuid-Holland. Dát er dus te veel ganzen zijn en dát ze de boeren schade toebrengen wil ik best geloven, maar het terugdringen van de ganzenpopulatie kan ook zonder de jacht. Met het schudden van eieren bijvoorbeeld en met simpelweg verjagen, want daar bestaat inmiddels geavanceerde apparatuur voor. Zo zijn er tegenwoordig volautomatische laserguns (nee, niet met dodelijke stralen) en, geloof het of niet, er bestaan zelfs robotroofvogels. In Flevoland hebben ze dat inmiddels aardig begrepen, maar in de Drechtstreek en vooral in De Hoeksche Waard slapen schietgrage griezels alweer onrustig in hun camouflagepyjamaatjes.