Ik kom even terug op mijn column van gisteren. Die ging over straatmuziek, of beter gezegd over het gebrek daaraan in Dordrecht en dat leverde me een waslijst aan enthousiaste reacties op. Kennelijk ben ik niet de enige Dordtenaar die graag weer muzikanten in het straatbeeld ziet verschijnen. En dan bedoel ik échte straatmuzikanten en geen prutsers.
Al een jaar of zeven wordt er op straat in de binnenstad nauwelijks nog op niveau gemusiceerd… nou ja, zo nu en dan zit er wel eens iemand op trommeltjes te rammelen en nog niet eens zo héél lang geleden stond er, op een doordeweekse dag op de Sarisgang, zomaar ineens een jonge gozer te zingen die, zichzelf begeleidend op een gitaar, zo’n beetje het hele repertoire van John Lennon afwerkte. Dat deed hij niet eens onverdienstelijk. Geen idee trouwens of die jongen over een vergunning beschikte, maar ik denk het niet want hij was alweer snel weg en ik heb hem daarna ook nooit meer terug gezien. Het was op dát moment dat ik dacht: kijk, het kán dus wel in Dordt… goeie straatmuzikanten die voor een lekker (en ook broodnodig) sfeertje in de binnenstad zorgen. Ik ben me trouwens bewust van het feit dat mijn hartenwens in schril contrast staat met hoe het een jaar of zeven geleden in het stadscentrum was: in die periode werd de binnenstad namelijk min of meer geteisterd door lief (en vooral zielig) kijkende Roemeense bedelmeisjes met accordeonnetjes die er simpelweg geen hout van konden. Het draaide meer om het bedelen dan om de muziek en dus had ik er best begrip voor dat daar destijds van gemeentewege een einde aan gemaakt werd. En nee, het is anno 2020 op zich niet verboden om in Dordrecht op straat te musiceren (de regels en voorwaarden hiervoor zijn te vinden op de gemeentelijke website) maar wat ik graag zou zien is een ‘actief’ straatmuziekbeleid van gemeentewege: vaste plekken en vaste tijdstippen bijvoorbeeld voor goeie muzikanten (geselecteerd door mensen die er verstand van hebben) op meerdere locaties in de binnenstad. Dáár krijg ik nu al lentekriebels van.