Ik spreek vast niet alleen voor mezelf als ik zeg dat het in deze bange tijden toch zeker ook de muziek is die ons er een beetje doorheen sleept: ik moest een traantje wegpinken toen ik zag hoe het muzikale multitalent Ilona (óók nog eens verpleegkundige ‘aan het front’ trouwens) op de binnenplaats van het ASZ haar vader toezong die daar, in quarantaine, hoopt te herstellen na een ingrijpende operatie. Als je nou iemand juist op dit moment een dikke knuffel zou willen geven is het Ilona wel, maar dat kan nu even niet, dus die houdt ze (en ik weet zeker… ook van héél veel anderen) dubbel en dwars van me te goed. Hartverwarmend ook vond ik het lied dat de Zwijndrechtse burgemeester Hein van der Loo, speciaal voor de in isolement levende bewoners van zijn gemeente zong (hij heeft trouwens een lekkere zangstem) en ik werd blij van onze ‘eigenste’ stadsbeiaardier Boudewijn Zwart die afgelopen zaterdag vanuit de Grote Kerk verzoeknummers over de stad liet neerdalen. Hij deed me even slikken met zijn prachtige vertolking van Bowie’s Life on Mars. En dan was er ook nog Piet Schilten (Maître Pierre), die na het lezen van mijn column over de bedroefde Marry Huijgen (de muren komen op haar af) spontaan ‘uitrukte’ om haar en alle andere Stadswielbewoners toe te zingen. Verder zijn de Popcentrale en de VVV beiden (los van elkaar overigens) druk bezig met het opzetten van ‘huiskamerconcerten’ die online te zien en te horen zijn en geven een heleboel muziekdocenten in stad en streek momenteel, eveneens online, muziekles aan hun leerlingen. En ja, ik vergeet nu ongetwijfeld een heleboel andere leuke creatieve muzikale vondsten en ‘oplossingen’ van muzikanten die ik hier helaas niet allemaal met naam en toenaam kan noemen. Vergeef me dat en beschouw deze column als een eerbetoon aan alle artiesten voor wie momenteel geen droog brood te verdienen valt. Da’s best wrang eigenlijk want zij zijn het die ons, juist vandaag de dag, zoveel troost, hoop en afleiding bieden. Ik ben geen zanger, maar deze column is mijn lied voor jullie.