
Heeft u dat ook wel eens, dat u zomaar ineens door zo’n eh… ‘Déjà Vu all over again’-gevoel overvallen wordt? Ik had dat na het lezen van dat geklaag over die helikopter die afgelopen zondagavond een tijdje boven de stad cirkelde. Ik begrijp dat gejengel niet. Het komt immers wel vaker voor dat er in de vroege of late avonduren zo’n wentelwiek boven de stad eh… wentelwiekt. En dan is er dus iets aan de hand (dùùùh); óf de traumaheli zoekt een plekje om te landen of een politiehelikopter is op zoek naar een bankovervaller, een ontsnapte TBS’er of een vermist kind. De kans dat het een invasie van de Russen is lijkt me vrij klein, dus meestal denk ik… ach, ik lees morgen wel in de krant of op de een of andere tijdlijn wat er aan de hand was. Die laatste keer – afgelopen zondagavond dus – schoot er een verhaal van Bomans door mijn hoofd. Hij moest, in een of andere panelprogramma, de vraag beantwoorden of Sinterklaas al dan niet op de bon geslingerd moet worden als hij met zijn schimmel binnen de bebouwde kom de maximumsnelheid overtreedt. Het antwoord luidde: ‘Nee… mocht Sinterklaas té hard rijden dan wordt er een commissie gevormd die na ampel beraad tot de conclusie komt dat de man haast had.’ Zoiets dus. En even terugkomend op die Déjá Vu; zo’n negen jaar geleden schreef ik een column over inwoners van een buurt in Ambacht die zich ergerden aan het feit dat er wel eens een brandweerwagen mét loeiende sirenes langs hun woningen reed. Ik kreeg diverse boze, maar gelukkig ook veel begripvolle reacties toen ik dat gemekker ‘pareerde’ met de woorden: ‘Het lijkt me een prettig geluid als je huis in de fik staat of als je met je Suzuki Alto ondersteboven in een sloot ligt.’
In dit geval zocht de politiehelikopter een vermiste dementerende oude man. Hij is gevonden en maakt het goed. Heerlijk… helikoptergeluiden.