
Terwijl ik dit schrijf hoor ik kinderstemmetjes op straat en ineens realiseer ik me hoe zeer ik die geluiden gemist heb. Een handje vol basisscholen is weer open en diverse kleuterklasjes lopen, via de Vest, onder leiding van een juf of meester, van de ene locatie naar de andere. Wat ze precies gaan doen weet ik niet… gaan ze naar hun klas, naar een gymzaal of naar de een of andere buitenschoolse opvang? Ik heb geen idee en hoef het ook niet precies te weten, maar feit is dat hun stemmetjes als muziek in mijn oren klinken. Het is fijn om zo af en toe even te vergeten dat alles momenteel zo ‘anders dan anders’ is. Ik gebruik met opzet het woord ellendig niet, omdat ik me realiseer hoe bevoorrecht ik ben dat ik mijn werk gewoon vanuit huis kan doen, dat mijn oude moeder dit alles in haar laatste levensfase niet meer hoefde mee te maken, dat er nog keurig elke maand een bedrag op mijn bankrekening gestort wordt, dat mijn nog thuis wonende en in de zorg werkzame zoon zijn eerste vaccinatie gehad heeft en dat mijn dochter (bij de Utrechtse editie van deze krant) onlangs een vaste betrekking kreeg aangeboden.
Ik kijk naar buiten en zie een twintigtal kinderen, enigszins opgewonden en eh… kleurrijk ‘verpakt’ over de besneeuwde stoep langs mijn voordeur scharrelen. Niet alleen mogen ze weer naar school, maar ze lopen ook nog eens door een prachtig winter wonderland. En ook al heb ik dus weinig te klagen, ik koester de ‘vergeet-momentjes’ die mij worden toegeworpen: een mooie film op Prime (Rocketman), een ‘verdwaalboek’ (Mythos) van Stephen Fry, een wedstrijdje van Barcelona met een ‘valse’ soundtrack, Michael Palin die terugblikt op zijn reisjaren, de ‘steigermuzikanten’ van Matthijs, meesterkok Rick Stein die zijn ‘eigen’ Cornwall her-ontdekt, koffie ‘to go’ en – het állermooiste – de witte winterjas die mijn stad zó goed staat. Ik ga naar buiten… tot morgen.