
Al meermalen schreef ik over de Spuiboulevard die er, over enkele jaren, met onder andere een Scandinavisch ogend ‘Huis van Stad en Regio’ en een compleet nieuwe woonwijk héél anders uit gaat zien dan momenteel het geval is. Gevolg van deze ‘renovatie is dat de Spuiboulevard straks niet meer als ‘de snelweg van de binnenstad’ zal fungeren. Wie straks vanaf, laten we zeggen het viaduct onder de Zwijndrechtse brug, het stadscentrum wil ‘aanvliegen’ kan nog wél rechtdoor (via de Achterhakkers) de Spuiboulevard op, maar die loopt dan hooguit nog tót aan de plek waar zich nu het huidige (maar dán inmiddels gesloopte) Stadskantoor bevindt, waar het autoverkeer vervolgens richting de parkeergarage geleid wordt. Verder rijden vanaf daar, richting de binnenstad dus, is dan niet meer mogelijk. De parkeergarages Veemarkt, Visstraat en Drievriendenhof, kunnen dan alleen nog (vanaf dat genoemde viaduct dus) per auto bereikt worden via de Burgemeester De Raadtsingel en dan vervolgens via de Stationsweg en de Johan de Wittstraat. Tot zover de feiten… nu mijn vrees. Er valt straks één ‘aanvliegroute’ weg en ik voorzie dat het daardoor verkeerstechnisch gezien op drukke winkeldagen enorm gaat ‘knellen’ richting stadshart. Ik bedoel, die garages (zeker die aan de Visstraat en bij de Drievriendenhof) laten, omdat ze nu eenmaal snel vol zijn, op sommige momenten nog slechts mondjesmaat auto’s toe, met als gevolg dat ‘het grote stilstaan’ dan soms al begint ter hoogte van het voormalige Tomadohuis en (als het nóg drukker wordt) misschien zelfs al op de Burgemeester De Raadtsingel. Hoe je dit probleem oplost? Door een grote ondergrondse parkeergarage te bouwen onder de Spuihaven, ter hoogte van het huidige Stadskantoor. Dit ter vervanging van de parkeergarages Drievriendenhof en Visstraat, die dan ‘ingezet’ kunnen worden voor binnenstadsbewoners mét vergunning, hetgeen tóch al deels het geval is. Gevolg: nooit meer rijen met ronkend en stinkend verkeer in een dan serieus autoluwe binnenstad. De kans om dit probleem te ‘tackelen’ krijg je als stadsbestuur maar één keer.