
Toegegeven, hij is niet bepaald in de wieg gesmoord, maar het raakte me toch écht wel toen ik in mijn krant las dat Ed Asner op 91-jarige leeftijd overleden is. Misschien zegt die naam u niks, maar de wat oudere lezers zullen zich ongetwijfeld zijn rol herinneren als hoofdredacteur van de Los Angeles Times in de, naar de hoofdpersoon vernoemde serie Lou Grant. Als jochie van 17 verslond ik die serie en wist ik ineens héél zeker dat ik, ‘later als ik groot ben’ bij een krant wilde werken. In de praktijk heb ik overigens zelden zo’n wijze en vaderlijke hoofdredacteur als Lou Grant meegemaakt, al kwam wijlen Herman Wigbold van het Vrije Volk qua persoonlijkheid nog het meest in de buurt. Van mijn stageperiode (bij Het Vrije Volk dus) herinner ik me dat hij nog wel eens op een puntje van mijn bureau ging zitten om te vragen hoe het ging, vervolgen kreeg ik dan wat ‘tricks of the trade’ om de oortjes geslingerd en dan verdween hij weer naar zijn hoofdredactionele ‘hok’… vaak mét mijn aansteker (iedereen rookte nog) die ik natuurlijk niet terug durfde te vragen. Mijn latere, Lou Grant-achtige mentor (ik werkte inmiddels bij de televisie) was overigens de al vele jaren geleden overleden Henk Terlingen, die u wellicht nog kent als Apollo Henkie.
Van de serie Lou Grant sloeg ik in mijn jonge jaren nooit een aflevering over al kwam ik pas in de praktijk, tot de ontdekking dat journalisten in Nederland zelden moordzaken oplossen en over het algemeen ook niet beschoten werden. Van het tragische lot dat Peter R. de Vries, vele jaren later, zou treffen, had ik toen natuurlijk nog geen vermoeden. De serie Lou Grant stopte overigens in 1982, het jaar dat ik mijn diploma haalde op de Tilburgse Academie voor Journalistiek. En daarom dus deze column… gewoon omdat ik Ed Asner met terugwerkende kracht graag wil bedanken omdat hij een belangrijk deel van mijn levenspad uitstippelde.