De grootste ‘misdaad’ die een knobbelzwaan begaat is dat ‘ie, naast waterplanten, ook graag gras en bepaalde gewassen eet. Dat komt sommige boeren slecht uit, want het gaat goed met de knobbelzwaan in Nederland en de schade die knobbelzwanen aan gewassen toebrengen neemt enigszins toe. En dus stelt de provincie dat het doodschieten van deze vogels dé methode is om die schade terug te dringen. Alleen is dit al sinds 2018 bij wet verboden is en daarom probeert de provincie dat afschotverbod in een juridische procedure ongedaan te maken. De Raad van State doet hier binnenkort uitspraak over, maar ik kan me eerlijk gezegd niet voorstellen dat het momenteel geldende afschotverbod voor knobbelzwanen van tafel gaat. En dat is maar goed ook, want zwanenjacht is imméns wreed; het komt geregeld voor dat ‘aangeschoten’ zwanen niet in één keer om het leven komen… ze liggen dan zwaar gewond op de grond waarna de jager ze moeten doodknuppelen of doodsteken. Los van die wreedheden klopte de provincie trouwens met vage ‘schadecijfers’ bij de Raad van State aan. Het aantal knobbelzwanen in dit land is, zo blijkt uit tellingen, de afgelopen jaren met hooguit 5 tot 10 procent toegenomen en veroorzaakte voor de Zuidhollandse boeren – tot áán dat afschotverbod in 2018  dus – een totale schade van hooguit 10.00 euro. Nu wordt door de Provincie een schade van ruim zes tot als argument aangevoerd, hetgeen in geen enkele verhouding staat tot de toename van het aantal knobbelzwanen. Daarbij komt dat de Provincie tot op heden nauwelijks moeite heeft gedaan om alternatieve methodes te onderzoeken om de zwanenpopulatie in te dammen. En oh ja… nog een dingetje: veel adviseurs van de provincie noemen zich faunabeheerder, maar da’s gewoon een mooi woord voor jager. Die ‘adviseurs’, die eerder al pleitten voor massale ganzenafschot, nóg meer reeënafschot en nachtjacht op vossen, voeren gewoon een ordinaire hobbielobby. Daar ‘prikt’ een rechter wel doorheen toch?