Post-it


postit11Markt. Statenplein. Vrijdagochtend. Mijn loempia en ik probeerden nog weg te duiken in het poortje bij Van Leest. Maar het was al te laat. Ik was niet onopgemerkt gebleven en met zekere tred paradeerde de vage kennis mijn kant op. Geestelijk bereidde ik mij voor op een héél lang kwartiertje en een onvermijdelijke depressie na afloop. Snel neem ik nog een hap van mijn loempia en zet me schrap voor de ego-vernietigende woordenvloed die zodadelijk met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid over mij uitgestort zal worden. ,,Hé man… loempiaatje aan het eten?” Een dergelijke open deur verdient natuurlijk een cynisch woord van repliek, maar ik kom op dat moment niet verder dan ,,ja”.

Huib is zo’n man bij wie een gesprek voornamelijk uit eenrichtingsverkeer bestaat. Terugpraten mag, maar heeft absoluut geen zin. Als Huib vraagt hoe het met je gaat kun je rustig antwoorden met: ,,Nou, niet best. Vanmorgen is mijn huis afgebrand, mijn vrouw is er vandoor met Henk Poort en de  dokter heeft me zojuist verteld dat mijn beide benen geamputeerd moeten worden.” Huib zal in eerste instantie aanbieden dat hij je schoenen wel wil overnemen en gaat er vervolgens keihard overheen met de mededeling dat de brinta die hij vanochtend uit de koelkast haalde twee dagen over de houdbaarheidsdatum was en dat gisteravond, toen hij het haardvuur wilde aansteken, de aanmaakblokjes op waren. O ja en tijdens zijn vakantie in Frankrijk (‘Nee, wij lijken helemaal niet op toeristen!’) had het maar liefst twee dagen geregend.

Het is meteen ook het ergste wat Huib kan overkomen, want zijn leven staat, in tegenstelling tot dat van mij, altijd perfect in de steigers. Huib heeft een dermate goede pensioenregeling afgesloten dat hij met terugwerkende kracht op 6-jarige leeftijd al van het Zwitserlevengevoel kan gaan genieten, maar dat doet hij niet, als hoofd verkoop binnendienst van een kartonfabriek heeft hij immers de allerleukste baan van de hele wereld. Zijn Franse auto (die hij met een vette korting heeft aangeschaft) is door Autovisie, Autoweek , Arts en Auto én Jos Verstappen uitgeroepen tot beste, snelste en veiligste auto van het jaar, hij rijdt één op honderd en vermijdt elke avond uit zichzelf de file. De overwaarde van zijn huis is dermate groot dat de hypotheekverstrekker hem maandelijks hoogstpersoonlijk geld komt brengen in een zilverkleurige doos met een strikje er omheen. Zijn dochters studeren op het hoogste niveau, doen allebei twee studies binnen drie jaar en worden chirurg, piloot of, als het écht moet, minister-president. Zonder het expliciet te zeggen geeft Huib volcontinu het signaal af dat jij met een te hoge hypotheek in een nagenoeg onbewoonbaar verklaard pand woont, dat jouw Aziatische auto vóór de Tweede Wereldoorlog al afgekeurd had moeten worden, dat je vrouw een tragische vergissing is en dat je pensioenvoorziening gelijk staat aan een enkele reis Leger des Heils met verplichte bijbetaling voor vast voedsel.

Een lichte hoofdpijn maakt zich van mij meester en ik verlang heimelijk naar een weekje Wijk aan Zee met dwangverpleging. Maar gelukkig heeft Huib een nieuw slachtoffer gesignaleerd. Met een jolig ,,Nou, tot ziens dan!”, draait hij zich schielijk om ter voorbereiding op zijn volgende prooi. Dan zie ik achterop zijn jasje zo’n klein post-it-stickertje zitten. Er staat iets op. Ik doe een klein stapje naar voren en ik lees in vette viltstiftletters het woordje ‘eikel!’… inderdaad mét uitroepteken. Dat moet toch een practical joke op kantoor geweest zijn. Even overweeg ik om Huib te waarschuwen. Een volwassen vent laat je toch niet over zijn volle vrijdagmarkt met een stickertje op zijn rug lopen… toch?

Dan denk ik… laat maar. Sommige dingen in het leven moet je gewoon laten voor wat ze zijn.

Kees Thies

Plaats een reactie