Nou draai ik toch al even mee… nou ja, ik bedoel, ik tippel al geruime tijd rond op dit drukbevolkte bolletje en ook in het vak dat ik uitoefen ben ik, na ruim een kwart eeuw in medialand, toch echt geen groentje meer. Eén ding heb ik in het leven in ieder geval geleerd, namelijk dat ik met het voortschrijden der jaren nog steeds niet zo heel veel weet, behalve dan dat ik steeds zekerder weet hoe onwetend ik eigenlijk ben.
Dat bleek weer eens toen ik de conclusies las van de inspectie Verkeer en Waterstaat aangaande de brand op rangeerterrein Kijfhoek, half januari. Ik had, geheel en al in het kader van mijn reeds gememoreerde onwetendheid, niet verwacht dat die conclusies zó ontluisterend zouden zijn. De inspectie constateerde namelijk dat documenten met informatie over de opslagwagons op Kijfhoek niet in alle gevallen klopten. Eigenlijk betekent dit in mooie bewoordingen dat het daar een zooitje is. Zo was bijvoorbeeld totaal onduidelijk waar wagons met gevaarlijke stoffen nu precies stonden geparkeerd. Geen flauw idee dus wát er nu precies in welk karretje zat: chloor? zwavelzuur? Fristi? Shampoo met de wilde frisheid van limoenen? Simpel gezegd, toen daar, op die bewuste vrijdagavond, een tankwagon met kerosine in de hens vloog, was er voor brandweermensen, die nu eenmaal zijn ingehuurd om brand te bestrijden, sprake van een waar spelletje Russisch Roulette. Daar waren die gasten op dat moment natuurlijk helemaal niet mee bezig. De brandweer werkt over het algemeen met een aanvalsplan, een vooraf uitgewerkte strategie, opgebouwd uit feitenkennis en ervaring. Maar in dit geval bleek dat aanvalsplan vol zwarte gaten te zitten. En wat doet de brandweer? De brandweer gaat aan de slag, want brandweermensen hebben nu eenmaal lef en karakter.
Elke ramp, of in dit geval bijna ramp, kent zijn helden. Daar reken ik natuurlijk die brandweermensen toe maar zeker ook de Zwijndrechtse burgemeester Antoin Scholten, die geen blad voor de mond neemt en als een kerel voor de troepen gaat staan. Scholten wil duidelijkheid en past er voortaan nog voor om het leven van ‘zijn’ brandweermensen in de waagschaal te stellen. Dat is geen taal van een politicus, geen taal van een burgemeester, nee, da’s taal van een vent met… hoe zeg je zoiets netjes… ballen.
Ik heb er 25 jaar gewerkt als rangeerder wagenmeester en machinist maar mag niet praten
Heb sinds december vorigjaar mijn ontslag gehad (oprotpremie)als ik ga praten gaan er koppen rollen en komt er nog een onderzoek kwa veiligheid.Maar dan hoop ik door de juiste mensen en geen meelopers en ja knikkers want het stinkt er behoorlijk.Is er al iets duidelijk hoe het heeft kunnen gebeuren??