Feestdagen achter de rug, vakantie nog ver weg, goede voornemens alweer vervlogen, baggerweer, fileleed, Trump-vrees en een belastingaangifte in het verschiet. De maandag (die we alweer achter de rug hebben op het moment dat u dit leest) beloofde, zo voorspelden ‘deskundo’s’ ons in de media, de meest depressieve dag van het jaar te worden. Daar bestaat een naam voor, namelijk Blue Monday. Ik had me voorgenomen daar geen last van te hebben. Dat leek me nou eens een voornemen dat ik wél waar kon maken, aangezien ik van nature nu eenmaal geen sombermans ben. Nee, zelfs een mijmerende Maarten van Rossem die op een regenachtig kerkhof de totale Apocalyps voorspelt, de ‘weglach’ van Rutte, de huiloogjes van Halina Reijn, het ruitjescolbert van Toine van Peperstraten en een docusoap over Peter-Jan Rens, krijgen me normaalgesproken nog niet eens een heel klein tikkie treurig, maar op de een of andere manier had het Blue Monday-virus me gisteren toch wel degelijk even te pakken. Mijn maandagochtend in vogelvlucht: kleine teen gestoten bij het opstaan, beschuitje met hagelslag laten vallen (de laatste), koffieapparaat dat allergisch blijkt voor huismerk-cupjes en de centrale verwarming die rare geluidjes maakt en nauwelijks warm wordt. Dat laatste bleek, zo gaf een metertje in de badkamer aan, het gevolg te zijn van bijna lege radiatoren. Bijvullen dus. Maar dat ging niet, want er ontbrak een bepaald nippeltje op de slang die ik daar toch al jaren achtereen voor gebruik. ,,Zoiets kun je bést zelf doen, maar je moet natuurlijk wél zo’n nippeltje hebben, anders past je slang niet op je kraan,’’ luidde het verhelderende advies van de onderhoudsmonteur, later die ochtend. ,,Maar waarom paste die slang vorig jaar dan nog wél? Ik heb dat nippeltje er nooit afgehaald, want ik bemoei me thuis namelijk nooit met nippeltjes,’’ luidde mijn weerwoord. De monteur keek me meewarig aan. Toen ik eindelijk, véél later dan gepland, deze column af had, lag ook nog eens het internet er uit. Dat u mijn dagelijkse episteltje vandaag tóch leest heeft u aan mijn buurvrouw te danken. Bij haar thuis was het gewoon maandag.