Letter en geest


whine

Als ik een nieuwe broek wil kopen pak ik er in de winkel een paar van het rek om ze in de kleedkamer aan te passen en om (in de spiegel) te kijken of ze ook een beetje aardig staan. Toen ik onlangs bij de Mediamarkt op zoek was naar een nieuw koffieapparaat, trakteerde een medewerker van de firma Nespresso mij daar op een bakkie met als doel mij te overtuigen van het feit dat er niks boven George Clooney-koffie gaat.
Op de markt bood de kaasboer mij vorige week een plakje kaas aan dat ik ‘absoluut móest proeven’ en hij had niks te veel gezegd. ,,Lekker man, doe mij maar een pondje.’’
Eigenaar Frank Kila van Wijnhuis nummer 167 aan de Groenmarkt doet eigenlijk precies hetzelfde als wat de kledingzaak, de Mediamarkt, ‘mijn’ kaasboertje en alle andere wijnhuizen in dit land doen om hun producten aan de man (of vrouw) te brengen. Frank verkoopt namelijk bijzondere wijnen en om u en mij te bewegen een doosje van zijn ‘waar’ aan te schaffen schenkt hij desgevraagd (nou ja, soms ook ongevraagd) nog wel eens een glaasje in. ‘The proof of the pudding’ zit hem immers in ‘the eating’, zeg maar.
Maar dat mag blijkbaar niet van enkele overijverige controleambtenaren van de gemeente, die er kennelijk behagen in scheppen om Frank zo vaak mogelijk op heterdaad te betrappen. Dat leverde deze winkelier vorig jaar al een boete van 1360 euro op en dit jaar al een boete van meer dan 2000 euro. Dit allemaal op grond van de Drank- en Horecawet, die nu eenmaal aangeeft dat een ‘wijnwinkel’ geen horeca-etablissement is. Ik blijf echter met het gevoel zitten dat hier louter ‘gehandhaafd’ wordt ter meerdere eer en glorie van het handhaven (en van de handhavers) zelf; het is winkeliertje pesten en niks anders. De letter van de wet voert hier de boventoon, maar ik vraag me af waar in hemelsnaam ‘de geest’ gebleven is. En dus zeg ik… laat Frank af en toe toch lekker zijn kurkentrekkertje hanteren, dan komt die geest vanzelf wel uit de fles.

Plaats een reactie