Ik weet niet of dat nou ook voor, laten we zeggen Deventenaren of Tilburgers geldt hoor (het zal vast wel) maar Dordtenaren ‘in ballingschap’, zo heb ik in de afgelopen tien jaar (sinds ik deze column schrijf) ondervonden, zijn wel héél erg verslingerd aan hun stad. Hoe ik dat weet of eh… dénk te weten? Simpel. Ik zet mijn columns, een paar dagen nadat ze in deze krant verschenen zijn, altijd op mijn website (keesthies.com) en daarop kan ik dan, via een analyse-pagina, precies zien in welke windstreken ze zoal gelezen worden. En ja, da’s logischerwijs overwegend in Dordt en Drechtstreek, maar ik heb tot mijn grote verbazing ook steeds meer vaste ‘leesklanten’ in Canada, de Verenigde Staten, Indonesië en Thailand. Ik ken die mensen (het zijn er ruim honderd) natuurlijk niet persoonlijk, maar ik ga er van uit dat ze op enig moment in hun leven in een uithoek van de wereld terecht gekomen zijn wegens werk of liefde en dat ze Dordt nooit helemáál hebben losgelaten. Zij vinden het kennelijk prettig om dagelijks een eh… ‘levensteken’ van 347 woorden over hun ouwe stadje tot zich te nemen. Sommige van die ‘buitenlandse’ lezers sturen me zelfs zo nu en dan een mailtje, waarin ik de mafste vragen moet beantwoorden. Voorbeeldjes? Zijn de poffertjes en de broodjes bal nog steeds zo lekker bij Visser? Hoe is het met mijn voormalige leraar Kees Klok? Wat doet Marco Boogers tegenwoordig? Dreigt de Grote Kerk nog altijd om te vallen en eh… staat de patatkraam van John nog op de markt? Die mensen kan ik gelukkig nog altijd gerust stellen: de poffertjes van Visser zijn nog altijd véél te verleidelijk en ook het beroemde broodje bal staat er nog ‘op de kaart’, Kees Klok is ‘still going strong’, Marco Boogers bemoeit zich momenteel ‘even lekker niet’ met voetbal (en is daar volgens mij gelukkig mee), de Grote Kerk staat nog fier overeind en de patat van John is tegenwoordig de patat van Nancy, maar heeft aan populariteit niet ingeboet. Groetje terug uit Dordt, ‘where some things just never change.’