
Flip is het type verslaafde waarvan je denkt, bestaan die nog? In mijn jeugd liepen er dagelijks zo’n twee handjes vol ouderwetse heroïnejunks door de stad… broodmager, schichtig en met immer zoekende ogen naar ‘opportunities’ om snel geld te vergaren voor het volgende shot dat onherroepelijk komen moet. Ik weet dat velen van hen, nog vóór de laatste eeuwwisseling, het leven lieten… niet zelden trouwens met een spuit in de arm op het toen nog bestaande toilet van het station. Een paar overlevers wonen in de een of andere woonvorm voor uitbehandelde verslaafden (er zit er een in Sterrenburg) en een enkeling, inmiddels al ver boven de zestig zelfs, struint nog altijd manmoedig, maar met tragere tred dan voorheen, door het centrum. Over Flip, die na een korte opleving terugviel in zijn oude milieu, inmiddels permanent onderdak in zo’n opvanghuis gevonden heeft, schreef ik al eerder omdat hij zo’n heerlijk optimistisch karakter heeft. Ik noemde hem destijds Vlaflip omdat hij zijn dag altijd begint met een pak vla. Naar drugs is hij al jaren niet meer op jacht (,,Ik krijg mijn medicatie tegenwoordig in de opvang’’) en als gevolg daarvan hoeft hij dus niet meer te stelen. Die paar eurootjes die hij dagelijks bijeen weet te bedelen gaan vooral op aan naamloos bier uit de supermarkt bij mij om de hoek. Dáár, voor de deur, tref ik hem ook aan en word ik begroet met een tandarme grijns. Mijn verhaal (niet eens een smoes) dat ik geen losse eurootjes op zak heb accepteert hij zonder morren. ,,Dan komt dat volgende keer wel,’’ zegt hij op een toon die me doet denken aan de glazenwasser die ik, bij gebrek aan cash in huis, ook wel eens moet teleurstellen. ,,Dank voor je begrip Flip’’ antwoord ik verontschuldigend, maar mijn cynisme ontgaat hem volledig.
Als ik naar binnen ga roept hij nog snel even: ,,Doe maar vanille vandaag.’’
I love Dordt.