
In mijn laatste column waarin ik de presentatiewijze van de, in Dordrecht aan de gemeenteraadsverkiezingen deelnemende partijen onder de loep neem, is het vandaag tijd voor herkansingen. Dit is alweer mijn 17de column over dit onderwerp en dat hádden er dus eigenlijk 16 moeten zijn, aangezien dát immers het aantal partijen is dat, over ruim een week, met elkaar de strijd gaat aan gaat om 39 Dordtse raadszeteltjes. Twee nieuwkomers echter, namelijk MOEDD en Op Ons Eiland, hadden – toen ik in februari met deze reeks begon – hun zaakjes nog niet helemaal op orde en vroeger mij er dus nóg eens naar te kijken. Dat heb ik gedaan en ik moet erkennen dat de website van Op Ons Eiland (die in februari nog ‘under construction’ was) er fris en fruitig uitziet, al is het allemaal nog wél erg rudimentair; de partijstandpunten en de kandidaten zijn er makkelijk te vinden, maar veel dieper dan dát (in technisch én inhoudelijk opzicht) gaat het verder ook niet. De website van MOEDD vind ik nog steeds een beetje slappe hap. De partij schermt met de grijsgedraaide ‘strijdkreet’ dat ze burgers hun stem willen teruggeven, maar eh… die inmiddels zwaar gedevalueerde populistenslogan heb ik in de diverse politieke arena’s inmiddels wel érg vaak van de daken horen schreeuwen. Ik zocht op beide websites (zoals ik dat bij alle partijen heb gedaan) naar onderscheidende plannen en ideeën die kiezers kunnen doen overwegen dit keer op één van beide nieuwlichters te stemmen, maar die vond ik eigenlijk niet. Als ik de standpunten van MOEDD en Op Ons Eiland naast die van Beter voor Dordt leg (de partij waaruit ze tóch min of meer zijn voortgekomen) tref ik nauwelijks wezenlijke verschillen aan. Dat werpt dus de vraag op: waarom zijn jullie eigenlijk een nieuwe partij begonnen? Ik wens beide debutanten oprecht alle goeds toe, maar serieus… ik zie met alle wil van de wereld hun meerwaarde niet.