
Afgelopen woensdag vond er in het Dordtse stadhuis een zogeheten duidingsdebat plaats. In deze (overigens niet-officiële) raadsbijeenkomst kregen alle partijen de gelegenheid om hún interpretatie van de verkiezingsuitslag uit te spreken en vervolgens werd er in redelijk harmonieuze gezamenlijkheid overeen gekomen hoe het nu verder moet. In dit geval was het, op voorhand allemaal al behoorlijk duidelijk want de twee grootste partijen, beiden met zes zetels, zijn nu de VVD en GroenLinks en op lokaal niveau hebben die twee voldoende raakvlakken om het motorblok van het nieuw te vormen college te gaan vormen. En wat gebeurde er dan verder op die avond? Eigenlijk niet zo veel: vooral een hoop felicitaties over en weer én je kreeg een beetje een beeld van hoe raadsvergaderingen er de komende vier jaar uit gaan zien. Althans, áls het aanstaande college de boel niet op voorhand al gaat dichttimmeren. Dat deden BVD-kleurige colleges de afgelopen raadsperiodes namelijk nét iets te veel, waardoor raadsvergaderingen nog het meest leken op dat kwartiertje ochtendgymnastiek met Olga Commandeur… paar verplichte figuren afwerken (lees: even de ‘oppositie’ laten pruttelen) en vervolgens weer over gaan tot de orde van de dag.
Om de formatie in goeie banen te leiden is een informateur ingeschakeld, maar dát heeft, net als die duidingsbijeenkomst, toch écht vooral symbolische waarde, want het puzzeltje is hier namelijk al lang en breed gelegd; natúúrlijk stappen de CU/SGP en het CDA in (beiden stabiele teamspelers) en natúúrlijk wordt (het instabiele) BVD, dat zich in het post-Sleeking-tijdperk als hopeloos stuurloos manifesteerde, nu aan de kant geschoven. En dan zit je dus al op 20 zetels en beschik je over een meerderheid in de 39-koppige Dordtse raad. Veiliger is om er nóg een winnaar bij te halen en dus komt de VSP, die zowel met links als rechts aardig door een deur kan, als eerste in aanmerking. Kortom, we krijgen een Quingo-college: vijf wielen rijdt stabieler dan vier.