
Het is altijd wel weer een dingetje hoor, zo’n formatie. Een verkiezingsuitslag is immers vaak voor velerlei uitleg vatbaar en uiteindelijk wil je de keuze van de kiezer (lees in dit geval: zij die wél de moeite namen om naar de stembus te gaan) natuurlijk zoveel mogelijk recht doen. Om die reden ook haal je er een informateur bij en, als die eenmaal geluisterd, gewikt, gewogen en geadviseerd heeft, soms ook nog een formateur. Zo gaat dat in veel gemeentes en zó ging het dus ook in Dordt. Het resultaat? De twee grootste partijen, namelijk de VVD en GroenLinks zien met elkaar op lokaal gebied mogelijkheden voldoende om, samen met de twee immer stabiele partners CDA en CU/SGP (beiden 4 zetels), het avontuur aan te gaan. Ze hebben daar zelfs zóveel vertrouwen in dat ze dit gevieren aandurven met een bescheiden meerderheid (20 van in totaal 39 zetels) in de raad. Dat kún je, zoals ik her en der lees, arrogant noemen, mede omdat de grootste lokale winnaar VSP (van 2 naar 4 zetels) nu aan de kant wordt geschoven. Ondanks het feit dat ik dat een gemiste kans vind – het voelt trouwens óók wat onrechtvaardig aan – zie ik dat tóch anders. Het nieuw te vormen ‘zeskoppige’ college (VVD en GroenLinks leveren beiden twee wethouders en CDA en CU/SGP beiden één) is namelijk van plan om aan de slag te gaan op basis van een akkoord op hoofdlijnen. De boel wordt dus niet, zoals dat bij voorgaande BVD-gekleurde coalities het geval was, op voorhand volledig dichtgetimmerd, hetgeen de raad meer ruimte tot structurele inbreng biedt. Het achterhaalde en altijd voorspelbare ‘bühnespel’ van een machteloze oppositie versus een almachtige coalitie gaan we de komende jaren dan ook minder zien. Dat lijkt me, met het oog op wát er in deze stad allemaal in ijltempo móet gebeuren (woningbouw, energietransitie, aanpak sociale achterstanden) geen verkeerd uitgangspunt.