
Onder het motto ‘hak nou eens een knoop door’ (mijn nieuwe los-vaste rubriekje over prioriteiten van het aanstaande college) wil ik het vandaag met u hebben over FC Dordrecht. Die club is al sinds jaar en dag gevestigd in een veredelde fietsenstalling aan de Krommedijk en heeft grote behoefte aan een nieuw of ‘vernieuwbouwd’ onderkomen. Deze kwestie speelt al véél te lang en het is dus hóóg tijd dat er nu eindelijk eens – ja, óók vanuit gemeentelijke kant – spijkers met koppen geslagen worden. En voordat allerlei slecht lezende zolderkamertjesreaguurders moord en brand beginnen te schreeuwen… ik beweer hier niet dat de gemeente geld in FC Dordrecht moet steken. Op wat ik wél bedoel kom ik zo dadelijk terug.
De club zélf zit overigens, zowel financieel als bestuurlijk al een tijdje in redelijk gezond vaarwater, want sinds de aanstelling van innovatiemanager Leon Vlemmings is er achter de schermen momenteel sprake van, laten we zeggen ‘rust, reinheid en regelmaat’ op organisatorisch gebied. Vlemmings is druk bezig om een netwerk van bedrijven én maatschappelijke organisaties om de club heen te verzamelen en dat gaat hem, zo heb ik begrepen, buitengewoon goed af. Nu weet ik niet of ik de innovatiemanager met mijn stelling in de wielen rijdt of juist een balletje toespeel (beiden is niet mijn taak) maar ik vind dat de gemeente nu eens serieus de mogelijkheid moet overwegen om aan de Krommedijk een wooncomplex met voor starters betaalbare appartementen te helpen faciliteren. Zo’n complex (een vergelijkbaar plan speelt momenteel rondom het Rotterdamse Excelsior) kan tevens dienen als ‘omhulsel’ voor een nieuw voetbalstadion. Zo snijdt het mes aan twee kanten: de club krijgt een nieuw onderkomen en kan zich van daaruit, niet alleen rondom maar ook óp het veld, op stabiele wijze dóór ontwikkelen en het nieuwe college kan, zonder daadwerkelijk belastinggeld in betaald voetbal te hoeven steken, een deel van haar beloftes op het gebied van de aanpak woningtekorten waarmaken.