
Hij wordt later vast geen zakenman, maar wél een leuke volwassene, is mijn eerste gedachte als ik op de kleedjesmarkt een prachtig toneelstukje tussen twee jochies gade sla. Ik denk dat de ‘beheerder’ van het kleedje hooguit elf is en de potentiële koper een paar jaartjes jonger. Ze onderhandelen over een fietsje (prijs: 10 euro) en de ouders van zowel de koper als de verkoper laten het hun kinderen – héél wijs- zélf uitzoeken. Er is alleen één probleem: de kleedjesbaas heeft een chef boven zich, namelijk zijn iets oudere en bijdehante zusje. ,,Doe je het ook voor 5 euro?’’ zegt het kleine mannetje. De eigenaar, inmiddels duidelijk een maatje te groot voor het vuurrode fietsje, vindt dat wel een eerlijk bod en de koop lijkt gesloten. Maar dán verschijnt grote zus ten tonele. ,,Zó werkt dat natuurlijk niet Sven,’’ legt ze omstandig uit. ,,Je moet natuurlijk wél onderhandelen. Die fiets kost 10 euro, want dat heb je zelf op het kaartje geschreven. Hij moet dan roepen 7 en jij zegt dan 9 en zo kom je vervolgens uit op eh… 8 of zoiets.’’
De jongens, die elkaar kennelijk al kenden, kijken nu beduusd. Dan zegt Sven: ,,Dat snap ik heus wel hoor Claire, alleen vind ik het wel goed zo. Ik heb zelf net een nieuwe, deze gebruik ik nooit meer en Samir hééft niet eens een fiets.’’
Toch houdt zuslief voet bij stuk, hetgeen de jongens doet besluiten een toneelstukje op te voeren. ,,Ik bied drie euro,’’ roept Samir.’’ Sven kijkt quasi ernstig en zegt. ,,Ik wil er 7.’’ Samir roept: ‘Vier euro.’’ Sven antwoordt: ,Nee, 6. Lager ga ik niet.’’ Dan zegt Samir: ,,Vijf euro. Méér heb ik trouwens niet eens.’’ Sven grijnst en zegt:,,Verkocht.’’
Claire zucht als de twee elkaar demonstratief de hand schudden en ik… ik ‘lijd’ een beetje met haar mee. Prachtig hoor, dat herenakkoord, maar grote zus had toch écht het beste met haar broertje voor.