
Als u dit leest is het Bevrijdingsdag of, mocht u dit stukje digitaal tot u nemen, bijna Bevrijdingsdag. Dat is een feestelijke dag natuurlijk, maar voor de meeste mensen nog altijd geen vrije dag. Nou ja… één keer in de vijf jaar geloof ik dan weer wél, maar dat soort dingen onthoud ik nooit.
Voor mij is Bevrijdingsdag in ieder geval een dag van dankbaarheid. Ik wil daar nou ook weer niet ál te melodramatisch over doen, maar met het vorderen der jaren word ik me steeds meer bewust van het feit dat mijn vrijheid om te denken, te zeggen en op te schrijven wat ik vind, geen vanzelfsprekendheid is. Nederland is dit jaar 22 plaatsen gedaald op de ranglijst van persvrijheid, opgesteld door Reporters Sans Frontières (RSF). Dat is, als je kijkt naar de geschiedenis van deze lijst, best zorgwekkend, aangezien ‘we’ eigenlijk al tientallen jaren in de top 10 stonden, waar het gaat om landen waar de persvrijheid groot is. Nu weet ik wel dat deze heftige daling op die ranglijst veel te maken heeft met de moord op Peter R. de Vries, maar ook al vóór die tragedie, nam de agressie jegens journalisten in dit land al geruime tijd toe. De Nederlandse organisatie PersVeilig kreeg vorig jaar maar liefst 272 meldingen binnen van journalisten die met geweld bedreigd werden. Dat is een ruime verdubbeling ten opzichte van het jaar daarvoor. En nu weet ik heus wel dat scheldkanonnades van toetsenbordriddertjes via de sociale media en dom gebrul op straat van ééncellige wezens met demonstratiedrift, in geen enkele verhouding staan tot wat collega’s in – ik noem maar een paar dwarsstraten – Rusland, China of Turkije meemaken, maar dit soort cijfers stemmen me wél zorgelijk.
Toch zal ik vandaag dankbaar zijn… dankbaar aan ál die mensen die mijn en uw recht op vrije meningsuiting, ooit voor ons bevochten hebben. Dankzij hen zijn al mijn dagen ‘vrije’ dagen.