
Schrik niet… ik ga in deze column geen ‘Johannetje’ doen, maar ik wil wél even een persoonlijk dingetje bij u neerleggen. Ik ben namelijk een tikkeltje vrijpostig en behoorlijk amicaal. Die karaktereigenschappen hebben me tot dusver nooit in de problemen gebracht… integendeel zelfs. Het begrip amicaal, ofwel vriendschappelijk, spreekt voor zich toch? Niks mis, volgens mij, met welgemeende belangstelling en empathie richting je medemens. En ja, vriendschappelijkheid kan soms ook een beetje fysiek zijn… een arm om een schouder, een knuffel soms of zelfs een zoen, maar alleen natuurlijk als je zeker weet dat de andere partij daar prijs op stelt.
Bij het begrip vrijpostig ligt het allemaal wat gevoeliger. Vrijpostig houdt, volgens Van Dale in dat je ongedwongen en een beetje brutaal bent en daar lijkt me op zich niks mis mee. Toch kan vrijpostig ook een andere betekenis hebben. Ik kom (in een ander woordenboek) twee zinnetjes tegen waarin het woordje vrijpostig een meer negatieve connotatie heeft. Ik citeer: ‘De vrijpostige marktkoopman gaf de koningin ongevraagd een zoen.’ Tja… die herinner ik me nog wel en ik vermoed dat voormalig Koningin Beatrix met plezier terugdenkt aan dat spontane gebaar in 1988. Maar ik lees ook een ander voorbeeld: ‘De vrijpostige potentaat kneep het meisje in de billen.’ En tja… dan krijgt het begrip vrijpostigheid ineens een niet zo prettige lading.
Waarom ik dit allemaal opschrijf? Omdat de voormalige Papendrechtse wethouder Pieter Paans, die afgelopen maandag opgestapte als burgemeester van Krimpenerwaard, bij sommige ambtenaren kennelijk de rillingen veroorzaakte omdat hij té vrijpostig en té amicaal zou zijn. Dat woordje ‘té’ roept natuurlijk vragen op. Is de man nou een ‘billenknijper’ of hooguit een onhandige ‘knuffelbeer’ met de beste intenties? Ik weet het antwoord niet, maar dát komt omdat er in deze tragedie door niemand ook maar enige vorm van duidelijkheid wordt verschaft. Daardoor blijft die vraag alweer té lang in de lucht hangen. Totaal onnodig, volgens mij.