
Natuurlijk zal ik straks, zoals dat een rechtgeaard stadskronieker betaamt, weer kritisch en ‘lastig’ zijn, maar daar is het nu niet het moment voor. Vooralsnog vind ik dat het beoogde nieuwe Dordtse college er, qua ‘plaatje’, zeg maar, op z’n minst beloftevol uitziet. Toegegeven, vier mannen, twee vrouwen (en dus niet drie om drie) maar ach… het afgelopen college bestond, inclusief burgervader, uit louter kerels, dus je kunt stellen dat er in dát opzicht enige vooruitgang geboekt is. Maar nogmaals, een ‘geslachtelijk evenwicht’ (Mag ik dat zeggen? Ja, dat mág ik zeggen) moet nou ook weer niet állesbepalend zijn. In het beoogde college bevinden zich immers drie wethouders – in dit geval mannen dus – die zich, naar mijn opvatting, al bewezen hebben als wethouder. Even los van welke politieke voorkeur dan ook, alsmede los van de vraag of de beoogde coalitie (op grond van de verkiezingsuitslag) wel de ‘juiste’ is, durf ik te stellen dat Peter Heijkoop (CDA), Rik van der Linden (CU/SGP) en Maarten Burggraaf (VVD) tot op heden bestuurlijk stevig in de ‘drivers seat’ zaten en geen ‘ongelukken’ veroorzaakten. Dan zijn er dus nog drie namen over, te beginnen met twee eilandbewoners die al veel politieke ‘vlieguren’ in de vleugels hebben. Chris van Benschop (Groen Links) en Marc Merx (VVD) hebben zich de afgelopen jaren gemanifesteerd als goed geïnformeerde en uitstekend debatterende gemeenteraadsleden, al moeten zij zich natuurlijk nog bewijzen aan die andere kant van de bestuurstafel. De zesde wethouderskandidaat komt van ‘buiten’ (dat mág tegenwoordig) en dat ‘buiten’ heet Barendrecht, alwaar Tanja de Jonge, als wethouder namens GroenLinks de verantwoordelijkheid droeg voor de portefeuilles duurzaamheid, lokale initiatieven en cultuur. Ook over deze kandidaat-wethouder (natuurlijk heb ik wat rond gebeld met collega’s) hoor ik vooralsnog louter positieve geluiden. Het zou natuurlijk nóg mooier zijn als zij zich hier te zijner tijd ook zou vestigen. U leest het goed… ik begin alweer ‘lastig’ te worden.