
Zo af en toe (zal wel een algoritmetje wezen) wijst Facebook me zomaar ineens op iets wat zich nou toevallig nét vandaag precies één, twee of ‘tig’ jaar terug afspeelde. En zo werd ik gisteren dus wakker met de melding dat ik, exact tien jaar geleden, een column schreef over straatmuzikanten in Dordt, of beter gezegd over het gebrek daaraan. Aanleiding was een discussie die zich destijds in deze stad afspeelde over nut en noodzaak hiervan. Waarom hierover gediscussieerd werd? Omdat er een jaar eerder in deze stad een zogeheten straatmuziekverbod van kracht werd. Nee, dat was niet omdat het gemeentebestuur zo’n hekel aan muziek had, maar simpel gezegd omdat bewoners ván en bezoekers áán de binnenstad destijds als het ware ‘geterroriseerd’ werden door nep-muzikanten die, op diverse strategische plekken in het winkelhart, de godganse dag hetzelfde deuntje zaten te spelen. Dat waren vooral lief kijkende Roma-meisjes met een excuusaccordeon die, elke ochtend weer, door hun ‘pappie’ op strategische punten in de binnenstad werden gepositioneerd. Daar zaten zij dus de godganse dag lang hetzelfde deuntje uit hun instrument te persen (écht spelen konden ze niet) en aan het einde van hun jengeldag kwam paps zijn ‘dochters’ vervolgens weer met een busje ophalen. Bij het instappen werd de buit van de dag keurig aan snorremans overhandigd. Daar schoot half Dordt (althans, iedereen met oren) na verloop van tijd dusdanig van in de vlekken dat in 2011 besloten werd om straatmuzikanten hier voortaan dan maar helemaal te weren.
Een voorstel van de PvdA om straatmuziek tóch weer in te invoeren (nu 10 jaar geleden dus) maar dán, ter garantie van kwaliteit, op basis van audities, haalde destijds geen raadsmeerderheid. En nu mijn punt: ik mis straatmuzikanten in mijn stad… vakkundige straatmuzikanten bedoel ik. Die maken een binnenstad sfeervol. Eigenlijk was dat PVDA-ideetje zo slecht nog niet, al kwam het destijds wellicht wat te vroeg. Aandachtspuntje voor het nieuwe gemeentebestuur lijkt me.