
Is cameratoezicht aan de Lijnbaan niet een té zwaar middel om overlast en criminaliteit tegen te gaan? Dat vraagt de Dordtse PVV-fractievoorzitter Dan van Leeuwen zich af, nu burgemeester Wouter Kolff besloten heeft de drie camera’s aldaar nog een jaar te laten staan.
Ik vind dat een gerechtvaardigde vraag en daarbij komt dat ik – niet alleen met betrekking tot de Lijnbaan – óók nog met veel andere vragen zit over de nut en de noodzaak van camera’s op de openbare weg. Nu ben ik op zich ook weer niet héél erg tegen die dingen hoor, want als ze ‘de straat’ (mijn straat, úw straat) aantoonbaar veiliger maken dan wil ik daar, zij het met frisse tegenzin, best een beetje privacy voor opofferen. Let wel… een klein beetje maar, want om eerlijk te zijn heb ik wél gemengde gevoelens over het feit dat ons doen en laten, niet alleen door ‘gemeentelijk’ cameratoezicht, maar ook door – ik noem maar wat voorbeelden – winkelcamera’s, dashboardcamera’s en deurbelcamera’s, tegenwoordig zo’n beetje de gehele dag door wordt gagegeslagen en geregistreerd. Ik vraag me daarbij trouwens af of er wel degelijke voortdurend ‘live’ gekeken kan worden. Of wordt er alleen maar ‘teruggebladerd’ als het kwaad (een straatroof, een vechtpartij) reeds geschied is?
Bij mij werkte de aanwezigheid van camera’s de afgelopen week overigens wel preventief; ik kwam uit de supermarkt en werd op de Cornelis de Wittstraat nogal heftig ‘aangesproken’ door de een of andere dronken malloot. Hij bleef me, kennelijk vanwege de een of andere column die ik ooit geschreven heb, beledigingen toeschreeuwen. Aanvankelijk probeerde ik nog het gesprek met hem aan te gaan, maar dat hielp niet… het schreeuwen en beledigen ging maar door en dus overwoog ik héél even om die schreeuwlelijk een muilpeer te verkopen. Niet gedaan natuurlijk, want om nou óók nog eens op een ándere pagina in mijn ‘eigen’ krantje te belanden leek me geen goed idee.