
Kent u die mop van die Amerikaan in die Rotterdamse taxi? Gedurende de hele rit schepte de man op over het feit dat alles in zijn vaderland zoveel mooier, groter en sneller geregeld is. Dat wekte veel ergernis op bij de taxichauffeur en toen de Amerikaan hem, bij het zien van het momenteel hoogste gebouw van Rotterdam (de 215 meter hoge Zalmhaventoren) naar de naam van die nieuwe ‘skycraper’ vroeg, antwoordde de chauffeur geërgerd: ,,Geen idee… die stond er gisteren nog niet.’’
Een beetje dát gevoel had ik toen ik onlangs met een gehuurd verhuisbusje (dochter verruilt Utrecht voor Rotterdam) door het centrum van de Maasstad scheurde. Nu is het écht niet zo dat ik nooit meer in mijn geboortestad kom, maar kennelijk bezoek ik deze stad met té lange tussenpozen, want elke keer denk ik weer: hè, dat gebouw heb ik volgens mij nog nooit eerder gezien.
Toen ik die avond, na die bloedhete verhuisdag, thuis op de bank neerplofte, las ik in mijn krant over de hoogbouwgolf die het gebied rondom de Rotterdamse Coolsingel te wachten staat. De Shell-toren, in mijn Rotterdamse jeugd het hoogste en meest imposante gebouw in het centrum, valt vandaag de dag amper nog op en zal straks nóg meer aan het zicht onttrokken worden omdat er hier maar liefst tien torens van 140 meter of hoger op de planning staan; vijf daarvan worden zelfs 200 meter of hoger. Nu vind ik dat wel mooi hoor… voor Rotterdam en het levert daar (even los van de discussie over betaalbaarheid) ook relatief ‘snelle winst’ op met betrekking tot de ook daar nijpende woningnood. Maar nu vraag ik me dus het volgende af: moeten we, met het oog op de ook hier zo enorm gestegen vraag naar woonruimte, op dit eiland óók serieus de hoogte in? Of zijn wolkenkrabbers in of rondom deze historische stad u juist een doorn in het oog? Ik benieuwd naar úw mening hierover.