
Ik zou er niet zo een-twee-drie over begonnen zijn, maar het komt door dat verrekte Facebook dat ik, vaker dan me lief is, geconfronteerd word met ‘herinneringen.’ En nu weet ik best dat je die optie kan uitschakelen, maar eerlijk gezegd vind ik het wel lollig om te constateren dat ik tien jaar geleden óók al dolgelukkig op een Terschellings terras met uitzicht op een avondzonnetje zat te genieten van een Schoemrakker (plaatselijk biertje) en een juttersbitter.
Wat dát betreft is er weinig nieuws onder de zon, maar aangezien ik mijn columns ook via Facebook verspreid zie ik – dankzij diezelfde herinneringsoptie – zo’n beetje dagelijks waarover ik precies een decennium geleden zoal schreef op mijn vaste plekkie in deze krant. Zo opteerde het gemeentebestuur in 2012 bijvoorbeeld voor de invoering van een zogeheten wietpas in deze stad, ter voorkoming van drugstoerisme (nooit meer wat van gehoord), ergerden Sterrenburgers zich nog groen en geel aan het half afgefikte voormalige kantoor van de Keuringsdienst van Waren (daar zit nu een mega-Jumbo) en dreigde Marco Boogers, destijds technisch directeur van FC Dordrecht, met een verhuizing naar Zwijndrecht of Papendrecht, want ‘in Dordt wordt al véél te lang over een nieuw stadion gedraald.’ Ik ontving die maand twee handjes vol boze brieven (en zelfs een enkele dreigbrief) van oud DuPont-medewerkers omdat ik in mijn columns vraagtekens geplaatst had bij het ‘uitstootbeleid’ van dit bedrijf (‘Als je aan DuPont komt, kom je aan mijn boterham.’).
Verder hadden we een matige zomer achter de rug met dito toerismecijfers en oh ja, premier Rutte (toen nog eh… ‘zichtbaar’) droeg een persoonlijk exemplaartje bij aan de tweeduizend parapluutjes die hier in oktober boven de Vriestraat hingen. Parapludag werd overigens het Dordtse woord van het jaar 2012.
Ik geef toe… u hebt verder niet zoveel aan al die herinneringen, maar ze scheppen wél een geinig beeld van een niet eens zo heel ver Dordts verleden. Vandaar deze column dus.