
Waarom zie je op een boerderij over het algemeen zóveel meer kippen dan hanen? Wat gebeurt er met die lieve knuffellammetjes die je in de lente zo speels over de dijken ziet huppelen? En eh… eindigen alle paarden in een ‘bejaardenhuis’ voor paarden? Soms stel je – zéker als opgroeiend kind – zomaar ineens een vraag waarvan je eigenlijk al vermoedde wat het antwoord zou zijn en… héél eerlijk gezegd had je uiteindelijk toch liever iets anders gehoord dan de waarheid. Nou ja, laat ik niet op de feiten vooruit lopen, want vooralsnog hébben we nog niet eens een antwoord op de vraag die de Partij voor de Dieren onlangs ‘neerlegde’ bij het college. Die vraag luidt: waar gaan de ‘overbodige’ hertjes, na die jaarlijkse ‘selectie’ in park Merwestein naartoe?
Het is namelijk gewoon een feit dat er, door het parkbestuur (nou ja, in de praktijk door een gemeentelijk beheerder) elk jaar weer gezorgd moet worden voor een leefbaar evenwicht in de hertenpopulatie van dit park. In een ideale situatie lopen daar, zo heb ik begrepen, ongeveer 10 tot 14 hinden en één bok rond. Ja, één bok (lucky bastard) op ongeveer 14 hinden dus, want meerdere bokken zou een wel héél onrustig paarseizoen te weeg brengen. En dus worden de overtollige bokjes op enig moment in het najaar afgevoerd. Waarheen? Tja, wat moet je op die vraag nou voor antwoord geven? Bij park Merwestein communiceren ze daar al jaren nogal eh… tactisch over en misschien is dat ook wel terecht, want de hertjes in het park zijn ook bij veel Dordtse kinderen behoorlijk populair en dus begrijp ik die terughoudendheid wel. Ooit heb ik een parkbeheerder serieus horen beweren dat die bokjes keurig verdeeld worden over andere parken en kinderboerderijen. Tuurlijk… ik wacht het eerlijke antwoord maar manmoedig af, al moet ik wél bekennen dat ik als volwassene nog altijd een beetje aan een eh… Bambi-trauma lijd.