
Tóch nog maar een keer een verkeerscolumn. Nee, niet wéér met een alternatieve route en allerhande suggesties voor aanpassingen om die wekelijkse file in harte stad te beperken, want uiteindelijk zijn dat soort oplossingen hooguit halve oplossingen. Trouwens, het gemeentebestuur móet nu wel snel een list verzinnen, want als straks de bouwwerkzaamheden op en rond de Spuiboulevard serieus een aanvang hebben genomen zal de verkeerschaos hier alleen nóg maar groter worden. Waar ik in deze column eigenlijk naar toe wil is het volgende: wordt het niet eens tijd om een serieus te gaan nadenken over een nóg verkeersluwere binnenstad? In veel Europese steden wordt die discussie momenteel al volop gevoerd.
Naar aanleiding van eerdere verkeerscolumns, ontving ik diverse mailtjes van lezers aangaande steden waarin een en ander wél serieus aangepakt is of wordt. Neem nou bijvoorbeeld Den Bosch, waar je de auto op drie verschillende ‘transferia’ buiten de stad kunt parkeren. Voor die € 4.50 die je dan moet neertellen word je dan óók nog eens met een pendeldienstje naar hartje stad gebracht en kun je uiteindelijk met datzelfde busje – dat zo’n beetje volcontinu heen en weer rijdt – weer terug. Medepassagiers (tot maximaal vier personen) hoeven dan niets extra’s te betalen, dus in feite is het niet alleen een reuze handige, maar ook spotgoedkope oplossing. In Dordt hebben we trouwens ook zoiets (Weeskinderendijk) maar zolang ‘doorrijden’ naar de binnenstad hier niet serieus ontmoedigd wordt, blijven mensen er voor kiezen om zo vér mogelijk door te rijden. Dat ze dan in de file komen te staan nemen ze kennelijk op de koop toe. Het zijn volgens mij dezelfde mensen die overál (Woonboulevards, Schiphol, hotelbuffet) in de rij staan.
Is zoiets (dat hoor je immers vaak) dan de doodsteek voor middenstanders? Nee hoor; onderzoeken tonen juist het tegendeel aan. In Den Bosch, en in het tegenwoordig volledig autovrije Belgische Gent, hoor je vandaag de dag geen winkelier meer klagen.