
Woont u bewust waar u altijd al wilde wonen? Hoe ik zomaar ineens op die vraag kom? Nou simpel… ik zat onlangs bij een voorstelling in Kunstmin en de cabaretier van dienst vroeg het publiek: ‘Zeg, is dat nou leuk… Dordrecht? Ik heb dat in de loop der jaren wel meer artiesten zien doen, ja ook in theaterzalen in, pak hem beet, Zoetermeer, Rotterdam of Papendrecht. Meestal klinken er dan antwoorden in de trend van ‘Mwoah’, Gaat wel’ of ‘Het houdt niet over.’ Nooit hoor je eens iemand roepen: ‘Ja, Youp (of Bert of Freek)… het is hier fantastisch.’ Je zou dus kunnen concluderen dat niemand eigenlijk woont waar ‘ie écht wil wonen. Je domicilie kies je immers niet altijd bewust uit… soms woon je ergens simpelweg omdat je er geboren of opgegroeid bent, soms ‘beland’ je ergens omdat je er een lief, een baan of een ‘haalbaar’ huis vond, óf (zo ging het in mijn geval) omdat je ouders, vanwege werk en woningaanbod, je er als kind mee naar toe troonden. En toch denk ik met het vorderen der jaren – als getogen en dus niet ‘geboren’ Dordtenaar – steeds vaker: goed, ik woon dan wel niet in de stad die ik zelf uitgekozen heb, maar wél in een stad die mij ‘gevonden en veroverd’ heeft. Tijdens de DrechtStadLoop, afgelopen zondag, stond ik vanuit een artiestenfoyer bovenin het Energiehuis (ik was jurylid van de Silver Talentshow) te kijken hoe de deelnemers in kleurrijke sportkleding over een natte en koude Noordendijk renden en hoe tientallen vrijwilligers weer en wind trotseerden om dat alles in goede banen te leiden. In die regen ontwaarde ik ineens een blaasorkest dat de lopers, ondank die kou en regen, enthousiast aanmoedigde. Dat klinkt allemaal wat treurig, maar dat wás het niet… het was ontroerend en wonderschoon tegelijk. Toen wist ik het zeker: hier wil ik zijn… in druilerig Dordt. Rotstad soms, maar wél mijn rotstad.