
Vorige week schreef ik over onze lokale omroep, die in vroeger jaren TROM heette en vandaag de dag onder de vlag RTV Dordrecht ‘vaart.’ Ik vind TROM nog altijd mooier klinken, maar ik begrijp best dat er jaren geleden voor naamsverandering gekozen is omdat die ouwe TROM nu eenmaal een hoog houtje-touwtje en een nóg hoger Tante Betje-imago had.
Die column van vorige week had trouwens niets te maken met lokale televisie (waar tegenwoordig trouwens een behoorlijk niveau bereikt wordt) maar met de lokale radio, die feitelijk simpelweg niet ‘bestaat’ op dit eiland. Tuurlijk, u kunt – mocht u nog ouderwets via de radio luisteren – wel afstemmen op de frequentie van de lokale radiozender en u kunt dat natuurlijk ook online doen, maar dan luister je eigenlijk naar niks… nou ja, naar een computer die plaatjes aaneen rijgt, maar daar heb je geen lokale radio voor nodig toch?
Nee, mijn column ging over het herhaaldelijk falen van de techniek in de lokale radiostudio, waar uiteindelijk maar één echt live-programma wordt gemaakt (Studio De Witt) en waarnaar, zo denk ik althans inmiddels best aardig geluisterd wordt. Maar wat is ‘aardig?’ Zijn dat 50, 500 of misschien wel 1000 vaste luisteraars? En wordt er dan echt live geluisterd of luisteren we vooral terug via internet? Dat zou ik wel willen weten, maar volgens mij heeft niemand daar, tot op heden, ooit serieus onderzoek naar gedaan. Of weet de hoofdredacteur aldaar iets wat ik niet weet en is een gebrek aan luisteraars misschien wel de reden dat de afdeling radio van RTV Dordrecht op een zijspoor geschoven is en daardoor uiteindelijk uit slechts één vrijwilliger bestaat, namelijk Ben Corino, presentator en samensteller van die drie uurtjes op zaterdag? Ik vind dat een gemiste kans, want juist live radio is, niet alleen tijdens, maar ook in aanloop naar of in retrospectief op, lokale gebeurtenissen de beste, prettigste en snelste weg naar de consument.