
Ik zie ze nóg staan op die foto bij dat parkeerpleintje aan de Cornelis de Wittstraat: een wethouder, een ambtenaar en een projectontwikkelaar. Het artikel was wat jolig van toon… zoiets van: we zijn rond mensen, hier komt héél snel een heus hotel. Jawel, wij, van Beter voor Dordt (destijds almachtig) zijn een slagvaardig cluppie. Toegegeven, dat laatste stond er niet letterlijk, maar moest het wél uitstralen. Het jaartal: 2009… nu dertien jaar geleden.
Wat volgde was een ‘comedy of errors’ waar Shakespeare de hik van zou krijgen; ‘Not in my backyard’ brulden wat omwonenden die het allereerste plan (terecht) wel érg megalomaan vonden. En dus werd het plan naar meer realistische proporties teruggeschroefd, volgden lange inspraakprocedures (met nog altijd soms onmogelijke eisen van omwonenden), was er ineens gedoe met vleermuizen, mussen en broedende gierzwaluwen en bleek de grond ernstig vervuild. Die moest dus worden verwijderd, alleen was er geen plek om die rommel naartoe te brengen. Intussen trokken exploitanten zich terug en tot overmaat van ramp kregen we met z’n allen een potje corona om de oortjes, waardoor het uiteindelijk wel héél stil werd op dat bouwterrein. Maar nu is het eindelijk zover… er gaat daadwerkelijk gebouwd worden. Ik heb het bewijs in mijn handen, namelijk een brief van de Projectmanager Hotelontwikkeling Vrieseplein, gericht aan de omwonenden. Daarin staat: ‘Zoals destijds is aangegeven is het totale bouwplan voor het hotel, inclusief de Vakwerkloods en het woonhuis (…) in concept gereed. In Jip-en-Janneke-taal: het hotel komt er écht, de bouw gaat na de zomervakantie beginnen en tot mijn vreugde blijft de vakwerkloods (een mooi stukje industrieel erfgoed) behouden om straks te fungeren als hotel-restaurant en vergaderruimte. We zijn inmiddels drie wethouders, drie colleges en drie gemeenteraden verder, maar we zijn van de kant… althans, daar lijkt het op. Maar zo lang ik nog geen Pool met een troffel zie lopen hou ik tóch nog even een slagje om de arm.